AutoCAD Tips & Tricks: XREF (deel 2)

Het AutoCAD forum is gericht op de AutoCAD en AutoCAD LT gebruiker. U kunt hier vele AutoCAD tips en tricks vinden. Daarnaast zijn er een groot aantal Autodesk video tutorials te bekijken.

Moderators: Bram, Coen, DavidN, Anton, Roy_M

Gebruikersavatar
Marco
Berichten: 11

AutoCAD Tips & Tricks: XREF (deel 2)

Berichtdoor Marco » wo 08 feb 2017, 15:40

In AutoCAD Tips & Tricks: XREF (deel 1) hebben we kunnen lezen wat de voordelen van een XREF zijn, welke bestandsformaten gebruikt kunnen worden en hoe een XREF gecreëerd en gekoppeld wordt.
In dit deel gaan we dieper in op de verschillende instellingen die gedaan kunnen worden. Zo komt het gebruik van paden aan bod en behandelen we de mogelijkheden om een XREF, naar eigen wens, visueel te tonen.
Pad bepalen Om een XREF correct te laten functioneren, is het pad en padtype van een gerefereerd bestand van groot belang. Als dit niet goed is ingericht zal de XREF niet worden getoond. Het is dan ook verstandig om bij elk project vooraf goed inzicht te krijgen in de projectstructuur, haar gebruikers en de manier waarop tekeningen worden toegepast. Fundamentele vragen zijn bijvoorbeeld:
  • wordt de gerefereerde tekening voor meerdere tekeningen ingezet?
  • gebruiken meerdere tekenaars hetzelfde bestand?
  • zijn bepaalde tekenaars of partijen beheerder van cruciale onderleggers (bijv. stramienen, erfgrenzen of gebouwposities) ?
  • staan ze op een externe server of worden de bestanden lokaal gebruikt?
  • zijn de bestanden van tijdelijke aard of permanent?
Antwoord op deze, en andere vragen die interessant kunnen zijn voor uw organisatie, bepalen hoe XREF's opgezet en ingericht moeten worden.
Path Type Tijdens het creëren van een XREF is de optie “Path Type” belangrijk en dient zorgvuldig gekozen te worden. Hierbij moet dan gedacht worden aan het eventueel verplaatsen van de folder waarin de tekeningen staan die als XREF worden gebruikt. Maar ook als tekeningen met XREF's extern worden verstuurd voor andere partijen kan informatie verloren gaan als het Path Type niet goed staat ingesteld. XREF's dienen op elk moment en in elke situatie correct ingeladen te worden -tenzij er bewust voor wordt gekozen dit niet te doen natuurlijk-.
De keuzemogelijkheden voor “Path Type” zijn:
  • Relative path
  • Full path
  • No path

Afbeelding
Full path (Absolute Path) Een absoluut pad is een volwaardige, ondubbelzinnige verwijzing naar een bestandslocatie, inclusief alle onderliggende mappen, tot en met het laagst mogelijke niveau, ook wel root genaamd. Met een absoluut pad krijgt het gerefereerde bestand een statisch karakter. Het maakt niet uit waar het moederbestand staat omdat beide een individueel pad hanteren.

Dit type wordt vaak gebruikt als de XREF:
  • [*] door meerdere interne en externe partijen wordt gebruikt en de bestanden op een externe server worden opgeslagen.
    [*] een permanent character heeft en tijdens de hele duur van het project wordt gebruikt.
    [*] voor meerdere doeleinden of projecten kan worden hergebruikt (bijv. legenda's, renvooien, voorwaarden, etc.)
[quote]Voorbeeld:
Een plattegrondtekening B-01.dwg (moederbestand) bevindt zich lokaal in de folder C:\\Projecten\2017-01\Tekeningen\Plattegronden\B-01.dwg.
Op een externe server staat een XREF X-02.dwg die we aan de moedertekening willen toevoegen met locatie https://www.tekeningenserver.nl//2017-0 ... s/X-02.dwg.
We creëren nu een XREF waarbij het padtype "Full path" wordt toegepast met pad: https://www.tekeningenserver.nl//2017-0 ... s/X-02.dwg.
De XREF wordt nu netjes in de tekening getoond.

Als het projectnummer van de folder van het moederbestand wordt gewijzigd in C:\\Projecten\2017-02 en we openen moedertekening B-01.dwg dan wordt XREF X-02.dwg nog steeds netjes ingelezen en getoond omdat het pad naar het XREF bestand niet gewijzigd is.
Als het projectnummer van de folder op de server wordt gewijzigd in https://www.tekeningenserver.nl//2017-02[/b]/Tekeningen/Gevels/X-02.dwg en we openen moedertekening B-01.dwg dan wordt XREF X-02.dwg niet meer ingelezen en getoond.[/quote]
[/indent]
Relative Path Een relatief pad gaat uit van de locatie waarin de moedertekening zich bevindt en koppelt dit pad vervolgens aan het referentiebestand om het volledige pad te vormen. Met een relatief pad kan daarom naar een bestand in dezelfde, hoger of dieper gelegen map verwezen worden zonder het volledige (absolute) pad te hoeven herhalen. In een pad staat de eerste schuine streep (\) altijd gelijk aan de root van een bestandssysteem. Wanneer hier één punt aan voorafgaat (.\) is dit een verwijzing naar de huidige map. Met twee punten (..\) is het een verwijzing naar de map die één niveau hoger ligt. Als de folder een niveau dieper ligt wordt simpelweg de betreffende folder na de streep toegevoegd (\FOLDER\).

Door deze werking heeft dit padtype een dynamisch karakter en wordt vaak gebruikt als:
[list]
[*] de folderstructuur van het moederbestand wordt gebruikt.
[*] bestanden binnen hetzelfde project kunnen worden toegepast.
[*] er binnen dezelfde organisatie met de bestanden wordt gewerkt.
[*] er een mogelijkheid moet zijn om het project in z'n geheel te verplaatsen.
[/list]
[quote]Voorbeeld:
Een plattegrondtekening B-01.dwg (moederbestand) bevindt zich in de folder C:\\Projecten\2017-01\Tekeningen\Plattegronden\B-01.dwg.
We willen een XREF X-02.dwg aan de tekening toevoegen met locatie C:\\Projecten\2017-01\Tekeningen\Gevels\X-02.dwg.
We creëren nu een XREF waarbij het padtype "Relative path" wordt toegepast met pad: .\Gevels\X-02.dwg.
De XREF wordt nu netjes in de tekening getoond.

Als het projectnummer van de folder van het moederbestand wordt gewijzigd in C:\\Projecten\2017-02 en we openen moedertekening B-01.dwg dan wordt XREF X-02.dwg netjes ingelezen en getoond omdat door het relatieve character de wijziging geen invloed heeft op beide bestanden.[/quote]
No path Bij deze optie worden de gerefereerde bestanden opgeslagen in dezelfde folder als het moederbestand. Uiteraard laten we de keuze aan de gebruiker maar over het algemeen is dit niet wenselijk omdat de folder snel onoverzichtelijk wordt door het grote aantal bestanden. Dit type wordt dan ook meestal toegepast:
[list]
[*] bij kleine projecten waarbij weinig gebruik wordt gemaakt van XREFs of andere referenties.
[*] als er een directe relatie tussen het moederbestand en de XREF bestaat.
[/list]
Onvindbaar Referentiebestanden kunnen om verschillende redenen niet gevonden worden. Zo kan het zijn dat bestanden of folders zijn verplaatst, hernoemt of verwijderd. Daarnaast kan het voorkomen dat servers offline zijn gegaan of het netwerk niet goed functioneert. Voor dit soort problemen heeft AutoCAD een vangnet gecreëerd waarmee op verschillende manieren wordt getracht het missende bestand alsnog in te lezen, en wel in onderstaande volgorde:
1. Locatie van het moederbestand AutoCAD zal als eerste proberen om het missende referentiebestand te zoeken in de folder waarin ook het moederbestand zich bevindt.
2. Project Files Search Path en PROJECT NAME systeem variable Als het referentiebestand niet gevonden kan worden op de locatie van het moederbestand zal AutoCAD zoeken in de folders zoals die gedefinieerd zijn in het zogenaamde "Project Files Search Path". Deze is te vinden onder het tabblad “Files” in het “OPTIONS” dialoogvenster. Daarnaast zal AutoCAD ook gaan zoeken naar de folders die beschreven zijn onder de projectnaam zoals die is vastgelegd in de systeem variable PROJECTNAME.
Afbeelding 3. Support File Als laatste zal AutoCAD het missende bestand zoeken in de folders zoals die gedefinieerd zijn bij het “Support File Search Path”. Deze kan ingesteld worden door middel van het commando “OPTIONS” en dan onder de tab “Files”. Dit werkt op dezelfde manier als hiervoor besproken bij de “Project Files Search Path”, alleen hoeft men geen project te definieren. AutoCAD zal proberen om in een van deze folders de referentie te zoeken.
Als het referentiebestand gevonden wordt zal het pad worden getoond in de XREF manager. Hieronder is te zien wat er dan getoond wordt en merk vooral het verschil tussen de locaties “Found At” en “Saved Path”:
Afbeelding XREF opmaak Nu de referentiebestanden correct zijn toegevoegd rest ons nog de tekening op te maken. Vaak tonen externe tekeningen lagen die helemaal niet van nut of zelfs hinderlijk zijn en de leesbaarheid nadelig beïnvloeden. Daarnaast kan de presentatie ook van belang zijn waardoor lijndikten, lijntypes of kleuren anders moeten zijn dan de originele XREF en meer in lijn met de huisstijl van de moedertekening. De volgende mogelijkheden zijn onder andere van toepassing:
  • [*] Specifieke delen van referentietekeningen tonen, ook wel clipping genaamd (uitknippen).
    [*] Lagen aan/uit zetten, bevriezen, kleur, lijntype en lijndikte wijzigen.
    [*] Lagen in gradaties transparant maken.
    [*] Lagen wel op het scherm tonen maar niet plotten.
Clipping Clipping is erg handig als maar een deel van een tekening gebruikt hoeft te worden. Het is zelfs mogelijk om deze "geclipte" tekening te kopieëren en op meerdere posities te gebruiken. Het "clippen" van een tekening kan op twee manieren: met behulp van het commmando “XCLIP” of door gebruik van “Create Clipping Boundary” in de contextuele ribbon. Deze laatste optie komt tevoorschijn als een XREF in de tekening wordt geselecteerd:
Afbeelding Aanpassen van de referentie lagen Een andere mogelijkheid om het referentie bestand qua uiterlijk te wijzigen is om de eigenschappen van de lagen aan te passen. Het aanpassen gebeurt hierbij in het moederbestand, waardoor de originele referentiebestanden niet aangetast worden. Wanneer men de eigenschappen kleur en lijndikte wijzigt van een laag van het referentiebestand, dan zal dit alleen binnen het huidige moederbestand zo worden getoond en niet binnen andere tekeningen die hetzelfde referentiebestand gebruiken. Deze methode verdient de voorkeur over In-Place aanpassingen (zie hieronder).

Als de Layer Manager wordt opgeroepen en het moederbestand gebruikt externe referenties dan maakt AutoCAD automatisch een nieuwe groep genaamd “XREF” met bijbehorende filters aan. Bij het selecteren van het referentiebestand in het groepsfilter zullen de lagen hiervan worden getoond. Hiermee is het mogelijk om eventueel bepaalde eigenschappen van de lagen aan te passen. Denk hierbij aan het uitzetten van lagen, kleuren en/of lijndikten te wijzigen, etc.
Afbeelding In-place aanpassingen Buiten de aanpassingsmogelijkheden zoals hierboven beschreven is het ook nog mogelijk een referentietekening “in-place” aan te passen. Deze methode is vergelijkbaar met het bewerken van een Block In-Place. Het referentiebestand wordt hierbij, vanuit het moederbestand, rechtstreeks geopend en bewerkt. Dit is echter een ingrijpende methode die wij sterk afraden. Het is namelijk “general practice” originele referentiebestanden niet te bewerken omdat deze over het algemeen door andere partijen of afdelingen worden geleverd.
Afbeelding Selecteer een XREF tekening en Kies voor de optie “Edit Reference In-Place”. Het is nu mogelijk om de referentietekening op reguliere wijze te bewerken. Wanneer het referentiebestand vervolgens wordt opgeslagen, dan krijgt de persoon die aan het moederbestand werkt een melding dat het referentiebestand is gewijzigd en ge-update kan worden. De tekening wordt bijgewerkt en de laatste wijzigingen worden zichtbaar.
Afbeelding
XREF = kostenbesparend Het werken met XREFs is niet ingewikkeld maar het concept vergt enig begrip. Door er simpelweg mee aan de slag te gaan komt het begrip vanzelf en zal het gebruik van XREFs op allerlei manieren u veel tijd en kosten besparen.

Lees ook: XREFs deel 1

Gebruikersavatar
Storm
Berichten: 612
Locatie: Duiven

Re: AutoCAD Tips & Tricks: XREF (deel 2)

Berichtdoor Storm » do 09 feb 2017, 10:43

Nu nog een stukje over de 'overlay' of 'attach' optie (zodat je geen onnodige xref-in-xref krijgt) en ik vind het compleet :).

Gebruikersavatar
Bram
Beheerder
Berichten: 81

Re: AutoCAD Tips & Tricks: XREF (deel 2)

Berichtdoor Bram » vr 10 feb 2017, 16:15

Storm schreef:Nu nog een stukje over de 'overlay' of 'attach' optie (zodat je geen onnodige xref-in-xref krijgt) en ik vind het compleet :).
We zien je post binnenkort tegemoet Storm! ;)

  

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Google [Bot] en 3 gasten

Autodesk AEC Collection